Thuiswerk

Alles went, ook twee dagen per week thuis werken, of remote work zoals ze dit in kantoorkringen noemen. Voor de coronapandemie in volle hevigheid losbarstte was telewerk niet gebruikelijk en blijft het een evenwicht zoeken.  Als ik de verhalen van collega’s met kinderen en partners hoor ben ik blij dat ik mijn huis enkel moet delen met twee katten. Andere willen niet liever dan voltijds thuiswerken omdat ze minder afleidingen hebben en geen behoefte voelen voor de nietszeggende praatjes aan het koffieapparaat.

 

Bij gebrek aan handleiding heb ik alles proefondervindelijk moeten leren en tot nu toe heb ik mij goed kunnen aanpassen aan deze nieuwe situatie.  Van ervaringsdeskundigen heb ik de raad gekregen om een goed verlichte en open ruimte op te zoeken om mij comfortabel te installeren.  Ik heb mijn slaapkamer omgetoverd tot een professioneel ogend kantoor; met witte tafel, blauwe ergonomische bureaustoel, lichtblauwe orchidee en drie Guatemalteekse stoffen poppen uitgedost in kleurrijke klederdracht. Noem mijn smaak gerust eclectisch.

 

En monitor, een van 24 inch, nog tijdens Black Friday gekocht. Een muis met een ellenlange kabel die verstrengeld geraakt met het snoer van de koptelefoon.  Tot mijn grote verbazing voelen noch Orpheo, aka Pheo (mijn 14-jarige Britse Korthaar), noch Xena (een zwervertje dat ik 11 jaar geleden geadopteerd heb) zich aangetrokken tot de kabels maar aan het heen en weer razen van de pijl op de monitor kunnen ze niet weerstaan; met een lichte aardbeving tot gevolg.

 

Onder het motto koffie is altijd een goed idee probeer ik mijn dosis cafeïne toch te beperken tot twee, maximaal drie tassen per dag. Het helpt niet als je viervoetige huisgenoten ook verslaafd zijn aan dit zwarte goud en een coffeepad durven kapotbijten als ik deze niet goed verberg. Drie junkies in huis, dat is dolle pret. Catnip is voor beginners. 

 

Ventilatie is in deze coronatijden onontbeerlijk. Driemaal per dag, telkens een half uur, zet ik het raam van mijn slaapkamer open om de lucht te laten circuleren. In deze koude periode zeker niet evident maar de marineblauwe fleece met witte geborduurde logo die ik van mijn werkgever heb gekregen biedt soelaas. Ik heb ook een elektrische kachel ter beschikking maar met de energieprijs die de pan uit swingt is dit voorbehouden voor dagen dat het Siberisch koud is.

 

En ander belangrijk aspect van thuiswerk is muziek, en goede klankkwaliteit speelt hierbij een essentiële rol. De Bose® Link soundbar, dat ik van mijn vader cadeau kreeg, is een onmisbaar hebbeding en mijn trouwe metgezel tijdens de lange werkdagen. Mijn gesprekspartners aan de andere kant van de lijn laten de kerstmuziek zich welgevallen.  Wat muzikale voorkeur betreft ben ik niet flexibel, All I want for Christmas is you zal niet uit mijn luidspreker klinken.

 

 

Eenmaal je klaar bent om aan de dag te beginnen moet je zorgen dat je eerst een kat van de bureaustoel haalt en de andere van de laptop. Verontwaardigd gaan ze op mijn bed liggen, rug naar mij gekeerd, en beginnen ze luid te snurken. Liever dit dan de luidruchtige persoon die collega’s ongevraagd betrekt bij telefonische conversaties.

 

Foto (C) Evelyn Mérida


Manga

Als kind was ik verzot op stripverhalen. Jommeke, Suske en Wiske, Kuifje,  Blake en Mortimer heb ik verslonden. 


Dagboek van een piano

Het schemert. Twee rijen tuinkaarsen vormen een erehaag en wijzen de weg naar de ingang van de piano showroom/concertzaal. Bij het binnenstappen zijn het de Steinway vleugelpiano’s die je met open vleugels ontvangen. Een van de medewerkers begroet mij en overhandigt mij een programmaboekje: Tête a tête with Chopin. Ik kies een stoel en ga zitten.

Als de eerste noten van de Fantasie Impromptu weerklinken sluit ik mijn ogen en kom ik tot rust, in het bijzonder tijdens het tweede deel, cantabile (de stem nabootsend) zoals het in muziektermen wordt uitgedrukt.  Zes minuten pure poëzie. Het feit dat de pianiste, Lies, die deze noten moeiteloos uit haar mouw schudt mijn lerares is draagt bij aan de magie. Het is een privilege om als amateur les te krijgen van zo’n uitmuntende muzikant

 

Maar wat heb ik met de 88 witte en zwarte toetsen? Het begon toen ik op 15de mijn eerste cd kreeg: 8 nocturnes van Frédéric Chopin gespeeld door de Georgische pianiste Elisabeth Leonskaja. Op de kaft een jonge muzikante, met haar weemoedige blik gericht op een groen blad dat ze omzichtig met haar linkerhand vastneemt. Ik raakte in vervoering van de nostalgische klanken en de virtuoze passages.

 

Prompt smeekte ik mijn moeder om mij in te schrijven voor pianolessen. In Guatemala, waar ik toen woonde, bestaan enkel privé-muziekscholen. Gelukkig was dat geen bezwaar voor mijn ouders. Toevallig kregen zij de gegevens van een lerares die een tijd aan het Conservatorium in Brussel heeft gestudeerd.  Na een kort gesprek en een proefles met de directrice mocht ik beginnen met pianolessen.

 

Julia was haar naam. Met haar glanzend zwart haar (in een perfecte carré geknipt), een bril, dat aan een ketting vasthing om te vermijden dat deze zou vallen en een strenge blik (haar wenkbrauwen steeds gefronst) gaaf zij een intimiderende indruk. Toen Julia mij de eerste les meldde dat alleen klassiek repertoire aanvaardbaar was en dat er over toonladders, arpeggio’s en études niet te onderhandelen viel versterkte mijn eerste gevoel.

 

Het is alsof het gisteren was dat ik mijn eerste noten heb gespeeld op die zwarte Kawai buffetpiano, en ik aarzelend en met verkrampte vingers op die toetsen drukte.  De akoestiek in de kleine ruimte was perfect. Je kon elke aarzeling, elke vertraging, elke verkeerde noot haarfijn horen. Gaandeweg werden mijn handen en polsen soepeler, mijn ritme gelijkmatiger en mijn klank verfijnder. Ik was de piano aan het temmen.

 

Waar ik geen vat op had waren mijn hormonen. Een jaar later, tijdens mijn eerste leerlingenconcert sloeg cupido ongenadig toe. Hoe ik de Prelude in C groot van J. S. Bach heb gespeeld is een vage herinnering. Wat ik mij wel voor de geest kan halen is de Pianosonate No 8, Op 13, beter bekend als Sonate Pathétique van Ludwig van Beethoven. Of beter gezegd Alejandro die zwaar transpirerend de pannen van het dak speelde.

 

Met zijn kastanjebruine krullen, donkergroene ogen, vliegensvlugge vingers, bezweet gezicht, een uitdrukking van opperste concentratie en zangerig pianospel deed hij mijn wangen gloeien en vuurrood worden. Ook mijn maag wist zich geen houding aan te nemen en besloot al knorrend om zich aan een muzikaal intermezzo te wagen. Zo op slag verliefd worden, het was mij nog niet overkomen.

 

Schubert ten spijt waren mijn gevoelens niet wederzijds en ondanks mijn verwoede pogingen om Alejandro muzikaal te verleiden bleven deze onbeantwoord. Piano spelen was zinloos, mijn hart brak en ik verloor mijn motivatie. Jaren later ontdekte ik dat de reden dat Alejandro ongevoelig bleef voor mijn vleierij niet aan mij lag, maar aan het feit dat hij het mannelijk soort verkiest.

 

Na een pauze van vijf jaar en een verhuis naar België besloot ik om mij opnieuw aan de piano te wagen. Ik koos voor een muziekschool in mijn buurt. Niet enkel om financiële redenen maar ook om mijn sociale cirkel uit te breiden. Deze keer was het een zwarte Yamaha kwartvleugel die ik moest bedwingen. Ik kon mij goed identificeren met het instrument, we hadden beide een zware periode achter de rug.

 

Net zoals de zware depressie haar sporen had nagelaten op mijn persoonlijkheid, ik ben niet de spontane spring-in-‘t-veld van voorheen, had de piano ook littekens. Het instrument had een poetsbeurt met chloor moeten doorstaan. Gelukkig bleef de schade beperkt tot het klavier en buiten verkleurde toetsen was deze perfect bespeelbaar. We konden het goed met elkaar vinden en gaandeweg ondervond ik hoe het best elke toets aan te raken.

 

Ik leerde ook de muziek van Ludwig van Beethoven kennen. Hij componeerde zoveel meer dan Für Elise, dat de meester zelf naar de prullenmand verwees zijnde een bagatelle/niemendalletje, en Ode aan de vreugde. Zoveel frustratie, verdriet en het gevoel zich onbegrepen te voelen gaat er schuil achter zo’n gevoelige doch krachtige muziek. Beethoven heeft een paar piano’s versleten omdat er telkens een paar snaren knapten.

 

Op mijn 34ste ging ik op familiebezoek naar Guatemala en vroeg ik aan Julia of zij mij een masterclass wou geven. Zij stemde in en wij spraken af om de Andante Spianato van Chopin door te nemen.  Deze keer mocht ik op de mahoniebruine Kawai kwartvleugel spelen, een eer dat doorgaans voorbehouden was voor recitals en eindexamens.  Nadat ik de laatste noot had gespeeld bleef het minutenlang stil in de zaal.

 

Eens bekomen praatten wij bij en vertrouwde Julia mij toe dat ik een van de vijftal ex-leerlingen ben die als volwassen (onder hen Alejandro) nog piano spelen.  Het was een emotioneel weerzien. Terwijl ik fysiek en pianistiek was gegroeid en geëvolueerd in die negentien jaar, was zij zeer verzwakt door een agressieve darmkanker. Drie maanden later overleed zij.

 

Deze op het eerste gezicht strenge en ouderwetse docente heeft bij mij een diepere indruk nagelaten dan ik kon vermoeden. Zij heeft mij niet enkel techniek aangeleerd maar ook gestimuleerd om mijn eigen stem te vinden.

 

Vijf weken na haar overlijden zag ik een foto op Facebook, en daar was hij, Alejandro, ook volwassen, met ringbaard, maar met dezelfde geconcentreerde blik aan de piano. Wat was ik blij dat een afstand van tienduizend kilometer ons apart hield en ik de confrontatie met hem niet moest aangaan. Met Schubert daarentegen heb ik wel goed gemaakt. In 2018 besloot ik dat het tijd was om aan een nieuw hoofdstuk te beginnen en ging ik op zoek naar een nieuw instrument, ik was uitgespeeld op mijn digitale piano, en een privé leraar.

 

Net zoals mijn leven liep dit niet zonder slag of stoot. Het begon met een mislukte aankoop via huurkoop van een ‘huismerk’ waar je volgens professionals na tien jaar brandhout van kan maken. De deal mislukte doordat ik mijn ouders niet op hoogte had gebracht van mijn aankoop en zij mij sommeerden om het instrument meteen terug te brengen. De piano heeft een dag in mijn living gestaan en ik heb er geen noot op gespeeld.

 

Voor het ouder koppel, ik schatte beide zo’n 80 jaar, dat in het huis links van mijn appartementsgebouw woonde heeft dit voorval voor vertier gezorgd. Plichtsbewust hebben zij postgevat in hun voortuin om ervoor te zorgen dat het tijdelijk parkeerverbod nageleefd werd en hebben zij aanschouwd hoe de kraan de eerste keer de piano heeft opgetild en de tweede keer naar beneden heeft getrokken.

 

Ik heb mij niet van mijn lood laten slaan en ben op zoek gegaan naar een andere piano. Naar dezelfde zaak gaan was geen optie voor mij. Gelukkig leverde mijn zoektocht al snel resultaat. Ben al eens naar de supermarkt gegaan en je staat in de gang met ontbijtgranen je te vergapen aan alle mogelijke soorten, kleuren en vormen? Dat gevoel had ik maar liet het mij welgevallen. Showrooms waren mijn Walhalla.

 

Deze keer vroeg ik raad aan mijn leraar, Arthur, een als Sinterklaas uitziende man die mij de bijnaam Volodosje gaf (naar een pianist die op latere leeftijd professional werd) en in zijn Grote Boek noteerde telkens ik niet had geoefend. Na een eerste selectieronde beperkten we de keuze naar drie piano’s. Ik koos voor de Yamaha C3 en deze werd drie dagen voor Kerstmis geleverd. Over een kerstcadeau gesproken.  

 

 

Opnieuw keurden mijn ouders de aankoop niet goed maar ik zag het niet zitten om opnieuw een instrument terug te brengen en voor de derde keer een digitale piano te huren. Ik bood weerwoord en de Yamaha staat nog steeds in mijn living. Ze hebben begrepen dat ook al ben ik geen professional, muziek een essentieel onderdeel uitmaakt van mijn leven en ik vereenzelvigd ben met de piano. Zoals Nietzsche het al schreef, zonder muziek zou het leven een vergissing zijn. 

 

Foto (C) Cy Leong


Kloppend hart

Op 30 april 2018, het was Goede Vrijdag, kreeg ik telefoon van het UZ Gasthuisberg in Leuven.  Als een drukbezette chirurg je persoonlijk opbelt slaat je hart op hol, en dit is niet het werk van Cupido. Op zakelijke manier kreeg ik de mededeling dat mijn aorta verwijd was (aneurysma) en bijgevolg een openhartoperatie onvermijdelijk was. Met zin voor dramatiek vroeg ik aan de dokter wat de gevolgen waren mocht ik kiezen om de ingreep niet te ondergaan.  Even droog als zijn mededeling van het aneurysma legde de dokter uit dat deze kon openscheuren met een massieve interne bloeding en overlijden tot gevolg.

Ik was 37 jaar, en ik keek de dood nog niet in de ogen. Voor mij was sterven niets tastbaar. Toen ik bekomen was van dit nieuws besloot ik om mij mentaal en fysiek voor te bereiden. Het ziekenhuis bezorgde mij brochures met informatie over de hospitalisatie en de operatie zelf. Ik las gedetailleerde uitleg over dit soort ingrepen en vroeg raad aan mijn vader die arts is.  Ik las ook wat de risico’s zijn en kwam tot de conclusie dat of ik nu al dan niet onder het mes ging, ik kon doodbloeden.  Met dat verschil dat in een operatiekwartier er meer opkuiswerk zou zijn. Een interne hemorragie toont minder gewelddadig.

Ik trok naar de Spaanse Pyreneeën in hartje Catalonië op zoek naar gemoedsrust in de bergen.  Ik stelde mij de volgende vragen: Wat is een menswaardig leven? Is het leven het nog waard geleefd te worden bij verlies van (fysieke, cognitieve, emotionele) vermogens? Toen drong het tot mij door, ook mijn tijd op aarde is toegemeten.  Terug uit vakantie maakte ik de afspraak.

Toch wou ik mijn lot niet geheel uit handen geven en spraak ik mijn wens uit dat het medisch team geen extra reanimatie pogingen moest ondernemen als er complicaties zouden optreden. Terwijl de communicatie rond de praktische zaken en de medische aspecten uitgebreid waren, bleef ik op mijn honger zitten met mijn vragen over wat de gevolgen zouden zijn mocht er zich een complicatie voordoen.  Ik had het gevoel dat mijn bezorgdheid niet serieus genomen werd. Ik moest mij geen zorgen maken, alles zou goed komen. Zelfs een wilsverklaring tot niet-reanimeren was overbodig.

De operatie is vlot verlopen en na 7 dagen mocht ik naar huis. Omdat trappen oplopen moeizaam ging en ik geen spierkracht had in mijn bovenlichaam ben ik bij mijn ouders gaan logeren. Dit was voor mij als onafhankelijke en geëmancipeerde vrouw die gesteld is op haar privacy een ramp. Het was de bedoeling dat ik een week zou blijven. Na drie dagen ben ik voor de mentale gezondheid van de drie betrokken partijen naar huis gekeerd.
Mijn situatie was tijdelijk en buiten de poetshulp heb ik mijn plan kunnen trekken.

 

Voor de revalidatie moest ik gelukkig niet naar Leuven pendelen. Na twee maanden intensieve fysiotherapie 3 keer per week zijn de gevolgen van de operatie beperkt: een litteken midden in mijn borstkas als oorlogswond en een bezoek aan de cardioloog een keer per jaar. Ik ben gezonder gaan leven en ben erin geslaagd om tien kilometer aan elkaar te kunnen lopen. Een marathon zal ik niet lopen maar drie keer per week trek ik mijn loopschoenen en sprint ik plichtsgetrouw richting Rivierenhof.

 

Mentaal heeft mijn herstel langer geduurd. Voor de operatie heb ik geen gehoor gekregen bij medici en paramedici. Mijn familie en sociale kring zijn mijn steun en toeverlaat geweest maar dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Onderdeel van de revalidatie was een afspraak met een psycholoog. Toen ik een week voor het consult een standaardtest moest invullen was de toon gezet; meer dan een gesprek zou er niet komen ook al had ik licht depressieve klachten.

 

Ook toen kon ik rekenen op mijn naasten en mijn hobby’s om er bovenop te komen. Drie jaar na de operatie blijft dit slechts een herinnering met een litteken als tastbaar bewijs. Voor al wie een zware ingreep moet ondergaan en een lange revalidatie voor de boeg heeft wens ik goede moed en een spoedig herstel, maar vooral een luisterend oor.  Een dokter die actief luistert is namelijk het kloppend hart van de gezondheidszorg.

 

 Foto (C) internet


Zinnen die verbinden

 

Artikel dat  op 09 november gepubliceerd werd op Antwerpen Leest. 
https://www.antwerpenleest.be/nieuws/samenlezen-zinnen-die-verbinden

 

"HET WOORD IS EEN GEBEURTENIS. ER KAN IETS GEBOREN WORDEN. EEN WOORD DAT HET HART RAAKT, VERANDERT HET HART." PHIL BOSMANS

 

Samenlezen, dat is samen met andere mensen verhalen en gedichten lezen, erover praten, herinneren, mijmeren, genieten. En groeien, eerst onbewust, dan steeds bewuster. Als we Samenlezen, laten we verhalen en gedichten binnenkomen en delen we met de anderen wat die teksten met ons doen. We verbinden woorden met onze eigen ervaring, en met onszelf.

Samenlezen is een veilige haven: mensen mogen luisteren, zwijgen, praten, achteroverleunen… En ook al kennen ze elkaar nog niet, ze delen altijd meer dan ze vooraf wisten.

Dit staat er te lezen op de website van Ilona Plichart. Deze geëngageerde leesbevorderaar heeft al meer dan tien jaar ervaring in het begeleiden van groepen en is zelf gepassioneerd door boeken. Zij is ongetwijfeld de geschikte persoon om een bonte groep van tien mensen(ook jongens van 13 jaar lezen liever dan achter een scherm te zitten) samen te brengen en de avond in goede banen te leiden.

Zonder pretentie maar met de intentie om het leesplezier te bevorderen en het engagement om de saamhorigheid tussen buurtbewoners te stimuleren, is er dinsdagavond om de twee weken SamenLezen in bibliotheek Arena. Dit gebouw zit verscholen tussen bomen, geflankeerd door een Dienstencentrum en een Sporthal met dezelfde naam.

Ik moet slechts 350 meter van bij mij thuis tot aan de locatie wandelen, daarom beslis ik om het een kans te geven en deel te nemen aan een sessie. Al van ik mijn eerste stappen in de bibliotheek zet voelt het als thuiskomen.  De ontvangst is uiterst hartelijk en ik krijg een drank aangeboden. Ik vraag koffie en ga bij de andere deelnemers zitten.

De teksten zijn verscheiden, van een hebzuchtig gezin dat failliet gaat, Japanse vrouwen die een nieuw leven zoeken in de Verenigde Staten tot een mislukte appeltaart. Paragraaf per paragraaf leest Ilona voor en krijgen wij de tijd om de woorden te laten bezinken en onze indrukken hierover te delen met de groep, steeds met respect voor elkaars mening. Maar niets zeggen mag ook. De avond eindigt naar goede gewoonte met een gedicht.

Terug thuis sta ik even stil bij de emoties die deze bijenkomst heeft teweeggebracht. Bij het woord SamenLezen dacht ik aan een specifieke doelgroep (mensen die het lezen niet gewoon zijn) en ging ik ernaartoe met de bedoeling om zelf begeleider te worden en mijn passie voor literatuur te delen met wie hiervoor openstaat.  

Ik ging met de gedachte om deze avonden als voorbereiding op mijn opleiding als begeleider te beschouwen. Maar ook als deelnemer haal ik voldoening aan deze literaire bijeenkomst. Dinsdag om de twee weken heb ik mijn vaste afspraak in Bibliotheek Arena. Leuke bijkomstigheid is dat ik niets hoef voor te bereiden en gewoon kan genieten van de teksten en mensen kan ontmoeten.

De liefde voor lectuur is mij met de paplepel ingegeven maar ik lees graag op mijn eigen tempo en mijn eigen voorkeur (ik heb een eclectische smaak). Bij een leesclub zal ik mij niet aansluiten maar als sociaal wezen hou ik om contact te leggen met mensen.  Met SamenLezen kan ik beide combineren.  En je leert er schrijvers kennen, ik had nog niets van de Pools-Amerikaanse auteur Czeslaw Mislosz gelezen.

Een avond volstaat niet om mijn medelezers te leren kennen. Achter iedere persoon schuilt een verhaal, met vreugde en verdriet. Maar dat maakt niet uit, ik voel meteen de verbondenheid en de liefde voor het geschreven woord.  En het klopt, na zo’n bijeenkomst groei ik of zoals Phil Bosmans het schreef, “een woord dat het hart raakt, verandert het hart”.

Ben je geprikkeld en wil je proeven van dit concept, dan is er op zaterdag 19 november het vertelfestival Antwerpen vertelt in Permeke. Van harte welkom. In de link hieronder ontdek je het volledig programma:

 

 

 https://www.permeke.org/antwerpenvertelt2022

 

 


Helemaal jezelf durven zijn is niet altijd even makkelijk - Interview met Tina Van de Leur

Interview met Tina Van de Leur dat op 18 augustus gepubliceerd werd op Antwerpen Leest. 
https://www.antwerpenleest.be/nieuws/helemaal-jezelf-durven-zijn-is-niet-altijd-even-makkelijk-interview-met-tina-van-de-leur

 

Door Mephis

‘Ik ben een krokodil’. Wanneer de eitjes van mama Eend eindelijk uitkomen, gromt een van de eendenkuikens: “Ik ben een krokodil!” Mama Eend schrikt en ook de andere kuikens kijken verbaasd naar hun krokodillenbroertje. Ze zien er toch precies hetzelfde uit? Al snel merken ze dat het krokodilleneendje best bijzonder is. Maar hoe zullen de andere dieren in de vijver reageren?

Hoe breng je een boodschap van respect en erkenning voor het ‘anders zijn’ op een ludieke manier en op kindermaat?

Kinderboekenschrijfster Tina Van de Leur geeft voor Antwerpen Leest alvast een kijk in haar creatief proces en hoe haar samenwerking met illustrator Helen van Vliet tot stand is gekomen.

Je boek is een mooi en handig handvat voor het thema ‘anders zijn’, maar welke boodschap zou je aan de ouders geven?

Ik denk dat het voor kinderen comfortabel moet zijn wanneer ze voelen dat ze thuis (of bijvoorbeeld op school) zo veel mogelijk mogen zijn wie ze binnenin voelen dat ze zijn – zolang ze anderen daar geen pijn mee doen uiteraard. Bij mijn eigen kinderen probeer ik voor een open sfeer te zorgen: in principe is alles bespreekbaar. Dat betekent niet dat ik als ouder elk thema gelijk helemaal opentrek, maar wanneer de kinderen bepaalde dingen in vraag stellen of moeilijke onderwerpen aanhalen, waarom er dan niet heel eerlijk op ingaan? Dat schept denk ik een sfeer van vertrouwen. En dan hoop je maar dat ze in zo’n context durven te laten zien hoe ze zich écht voelen.

En aan de kinderen?

Helemaal jezelf durven zijn, is niet altijd even makkelijk. Want je zult niet van iedereen dezelfde positieve reactie krijgen. Het is al helemaal niet makkelijk als je er anders uitziet dan hoe je je vanbinnen voelt. Dat ondervindt ook het krokodilleneendje: hij is heel open over wie hij is of over wie hij wil zijn, maar het personage van de bever reageert daar afwijzend op. Dat kwetst en ontmoedigt het eendje.

Maar iedereen heeft vast ook wel iemand in zijn omgeving die wél positief reageert. Bij het krokodilleneendje is dat de in eerste instantie de moeder, maar ook het broertje en het zusje aanvaarden hem zoals hij is. Misschien onthouden kinderen die het boekje lezen dat ze zich het best op de positieve, aanmoedigende mensen in hun omgeving kunnen focussen en dat er dan best leuke verrassingen op hun pad kunnen komen.

Dit is je tweede kinderboek, met een ander thema dan 'Monster is bang in bed'. Hoe kies je het onderwerp van je prentenboek?

De onderwerpen dienen zich nogal organisch aan. Het is niet zo dat ik op voorhand ga nadenken en een thema uitkies om over te schrijven. Het verhaal groeit gewoon intuïtief in mijn hoofd. De aanleiding kan eender wat zijn: een gesprek met iemand, een nieuwsbericht, een verhaal dat mijn kinderen vertellen. Daaruit rijpt een idee en als ik het goed genoeg vind, dan schrijf ik het op. Uiteraard sluiten de verhalen aan bij wat ik zelf belangrijk vind. Ik denk dat in beide verhalen erkenning voor uitdagende gevoelens door de moederfiguur wel de rode draad is. Dat is iets wat ik zelf ook zo goed mogelijk probeer te doen: erkenning geven aan allerhande gevoelens en zo weinig mogelijk afwijzend te reageren. Niet altijd even makkelijk natuurlijk.

Waarom koos je voor een prentenboek?

Ik ben dol op prentenboeken. Ik heb de voorbije jaren zelf stapels prentenboeken uit de bibliotheek voorgelezen aan mijn eigen kinderen. In al die verhalen heb ik de ingrediënten ontdekt van wat een prentenboek voor mij goed maakt.

Sowieso vind ik dat de voorleestekst en de prenten elkaar echt kunnen versterken. Kleine kinderen kunnen door naar de prenten te kijken vaak zelf mee ‘lezen’. Wanneer de prenten verrassende elementen bevatten, leren kinderen daardoor ook beter te kijken. Zo leren ze ontdekkend en voorspellend te lezen. En het laat hen ervaren hoe fijn het is om helemaal in de fantasie van een verhaal te duiken.

Hoe is je samenwerking met Helen van Vliet ontstaan?

Helen en ik kennen elkaar al jaren. We maakten samen verschillende schoolboeken. Heel gek: toen ik het manuscript aan de uitgever bezorgde, had ik een voorgevoel dat hij Helen zou voorstellen als illustrator. En dat gebeurde ook. Helen heeft natuurlijk tonnen ervaring. Met ecoline, potlood en krijt ging ze aan de slag om het krokodilleneendje tot leven te brengen, in een prachtig natuurlandschap.

Had jij al een bepaald beeld van hoe de tekeningen eruit moesten zien?

Wanneer je een verhaal verzint, krijg je onlosmakelijk in je hoofd ook een beeld van de illustraties. Ik zag het aanvankelijk veel grafischer. Maar Helen heeft er knappe realistische natuurtekeningen van gemaakt, die heel mooi bij het verhaal passen. De moeilijkheid was vooral om de dualiteit van het krokodilleneendje te vatten: enerzijds moet hij natuurlijk heel aaibaar en kwetsbaar zijn – want dat is nu eenmaal hoe een pasgeboren eendje eruitziet. Anderzijds heeft hij ook een zelfzekere, stoere kant: hij voelt zich eerder een krokodil. Helen heeft die twee kanten heel mooi in het personage naar boven laten komen.

Als laatste vraag, een klassieker: hoe zou jij jezelf omschrijven in 3 woorden?

Krachtig, empathisch, ambivalent

Hartelijk bedankt voor je tijd en de boeiende antwoorden!


De wereld is een boek

Ik heb iets met boeken. Al van toen ik 18 maanden oud was en als een volleerde fashionista de vrouwenmagazines doorbladerde in de plaats van deze te verscheuren zoals het een dreumes van die leeftijd betaamt.

Ondertussen ben ik 41 jaar en is mijn literaire smaak niet beperkt tot modebladen. Gelukkig maar, anders had ik niet het plezier om mij te kunnen voorstellen als kersverse ambassadeur van Antwerpen Leest en jullie wegwijs te maken door het Antwerpse literaire landschap.

En dat er het een en ander beweegt binnen deze sector is duidelijk.


Zo zijn er de talloze leesclubs. De “grote commerciële boekhandelaars” hebben plaats geruimd voor kleinschalige gespecialiseerde handels waar het gezellig vertoeven is. Er zijn ook initiatieven om het lezen en samenhorigheid te bevorderen zoals Shared Reading en Slow Reading (mijn persoonlijke favoriet, ik hou namelijk van bewustzijn en onthaasting). 
Lezen heeft de reputatie een eenzame en weinig sociale bezigheid te zijn, maar niets is minder waar: lezen verbindt. Door je ervaring met een boek te delen met een medelezer ontstaan er diepzinnige gesprekken en hechte vriendschappen.
Shared Reading en Slow Reading ontkrachten het beeld van de boekliefhebber als introverte en gesloten persoon.
Hoe zou je anders het succes verklaren van de Levende Bibliotheek, een bijeenkomst waarbij de gesprekspartners als het ware dienst doen als sprekende bibliotheken en kennis en verhalen delen.  Dit is niet zo verwonderlijk als je weet dat ruim driekwart van de 6000 talen niet staan op schrift.

Taal evolueert en ook lezers gaan mee met hun tijd. Zo vormen sociale media een belangrijk onderdeel van ons dagelijks leven en zijn deze voor ons als ambassadeurs een belangrijk hulpmiddel om de vinger aan de pols te houden en in contact te blijven met onze mede stadslezers.

Ook mensen voor wie het Nederlands geen moedertaal is, hebben de gelegenheid om samen te komen om te lezen. Atlas en het Huis van het Nederlands ontvangen deze mensen met open armen.

En voor wie inspiratie nodig heeft is er www.antwerpenleest.be. Grasduin gerust door de talloze tips. Hier vinden jullie niet enkel de ideale lectuur maar ook de beste leesplekjes die onze koekenstad te bieden heeft.
Voel jullie vooral niet verlegen om de gouden leestip in eigen taal te schrijven en te delen.

Binnenkort is het weer komkommertijd. Voor wie deze term nog niet kent, dit betekent zoveel als: er is niets op de televisie, tijd om de “te lezen” stapel wat kleiner te maken. Maak het jullie alvast gemakkelijk in een van de hangmatten of zetels van de talloze Zomerbars (die van Park Groot Schijn in Deurne is alvast mijn vaste stek), drink een aperitief naar keuze en geniet van een spannend boek.

Hoogtepunt op literair vlak is ongetwijfeld de Boekenbeurs, die telkens in november plaats vindt. Het is nog even wachten om te weten in welke gedaante ze dit jaar zal doorgaan.
Maar het boek is niet dood. Integendeel. Een van de belangrijkste lessen die de pandemie ons geleerd heeft is net dat in een periode dat we in ons huis opgesloten zaten, literatuur onze sleutel naar de vrijheid was. Het feit dat boekhandelaars als essentiële winkels worden beschouwd is hiervan een tastbaar bewijs.

Gelukkig staan er in het najaar tal van activiteiten op de agenda en proberen wij een overzicht te geven zodat jullie tussen de bomen het bos zien. Er is voor ieder wat wils.

Antwerpen Leest is dan wel een digitaal platvorm, toch hoop ik om via de publicaties op Facebook en Instagram (sociale media hebben ook een positieve kant) samen met jullie te dwalen in verhalen. En hopelijk komen we elkaar tegen op een van de vele inspirerende activiteiten.

Zonnige groeten,

 

 

Mephis (aka Evelyn) 


Bouwstenen

Ik heb iets met LEGO! Uren speelplezier hebben deze blokjes mij als kind en tiener bezorgd. Zo heb ik een hele stad gebouwd; van restaurant tot school, van woning tot ziekenhuis; volgens mij was er zelfs een cabaret bij. Daarna haalde ik de bouwkunsten door de denkbeeldige sloophamer en "het puin" verdween keurig in een lege 15L verfpot.

 

Als veertiger geniet ik nog steeds van deze steentjes. Ik ben nu gepromoveerd tot AFOL (Adult Fan Of Lego). Al beperk ik mij tegenwoordig tot de collector’s items, ik kan het niet laten om regelmatig langs de vitrine van de Lego-winkel in Wijnegem – Shop Eat Enjoy te wandelen om het laatste pronkstuk te bewonderen. Afgelopen zondag had ik prijs! Daar stond hij dan, uitgestald, als ware het een museumstuk, de replica van een schrijfmachine uit 1864 die gebruikt werd door Ole Kirk Christiansen, oprichter van de Deense multinational.

Het katapulteert mij terug naar de lessen mecanografie in de middelbare school en naar mijn gloednieuwe crèmekleurige Remington draagbare schrijfmachine. Ik heb haar heel toepasselijk Remi gedoopt en ze werd mijn kostbaarste bezit. Met de grootste zorg maakte ik wekelijks de zwarte toetsen schoon met een zacht sop. Met dezelfde zorg verving ik het lint zodat Remi haar maagdelijkheid niet verloor.  Dat mijn handen zwart als kool werden tijdens dit proces nam ik er graag bij.

 

De typeles werd mijn lievelingsvak; niet door het monotoon getokkel en het om het snelst typen maar het was vooral een handig excuus om mijn hoofd leeg te kunnen maken en te dagdromen van een carrière als scenarioschrijver in Hollywood. Pagina's heb ik volgeschreven, de ene zin al vloeiender en coherenter dan de andere. Drama was de rode draad doorheen mijn verhalen. Gebroken gezinnen, eenzaamheid, kleinburgerlijkheid, allemaal zaken die ik dagelijks kon waarnemen en die mij raakten. Tinseltown was te bling bling voor mij.


Verder dan een sporadische bijdrage aan de universiteitskrant ben ik niet geraakt maar schrijven blijft een constante in mijn leven.

 

Op dit hebbeding van 200 EUR kan je weliswaar niet typen, toch is het een sierlijke herinnering aan een jeugd gevuld met creativiteit en met een zeer levendige fantasie terwijl ik word aangespoord om mijn hersenspinsels op papier te blijven zetten. En dat is onbetaalbaar. Ja, met LEGO mag ik terug kind zijn.

Foto's (c) internet



Piranesi - Susanna Clarke

SOFTCOVER
UITGEVERIJ ORLANDO
GELEZEN IN HET NEDERLANDS 

"Het Huis verordonneert een bepaalde tijdsspanne voor vogels en een andere voor mensen hiermee ben ik tevreden'

 

VERDWAALD IN HET LEVEN 

 

Ik ben 2022 op literair vlak alvast met een klepper begonnen. Niet zozeer door het aantal bladzijden (275) maar de derde roman Van Susanna Clarke grijpt je vanaf de eerste zin meteen naar de keel. Ik werd van in het begin meegezogen in het uitgestrekte labyrint met honderden zalen, trappen, zuilen en standbeelden.

 

Het is in deze omgeving dat het hoofdpersonage "Piranesi" zijn dagen doorbrengt met het eten wat de zee hem verschaft, het verzorgen van de botten en offers brengen aan 13 overleden personen, het observeren van een nest albatrossen, het schrijven van dagboeken met sporadische ontmoetingen met De Ander (de enige andere levende persoon in Het Huis).

 Foto(c) internet

Naargelang de jaren verstrijken slaat de verwondering om in verwarring en doelloosheid en worden de waarschuwingen van De Ander voor 16 steeds nadrukkelijker en beangstigend. 

Als lezer beginnen we ook langzamerhand te begrijpen dat niet alles klopt. Als je wil weten wat, kan ik je enkel aanraden om de eerste 100 bladzijden te doorworstelen en je te laten intrigeren.

 

Of er een verband is met de Italiaanse graficus, architect en tekenaar Giovanni Battista Piranesi laat ik in het midden. Wel is het een feit dat alle kamers en alles wat er in huist meesterlijk wordt beschreven en dat is ook de sterkte van deze roman. 

 

Dit genre kent liefhebbers en tegenstanders en ik ben een liefhebber.